Half way there - Page - Reisverslag uit Page, Verenigde Staten van Jis en Cait - WaarBenJij.nu Half way there - Page - Reisverslag uit Page, Verenigde Staten van Jis en Cait - WaarBenJij.nu

Half way there - Page

Blijf op de hoogte en volg Jis en Cait

06 Mei 2015 | Verenigde Staten, Page

Onderweg naar Page, Lake Powell, leken de weersvooruitzichten niet echt gunstig. We waren bang dat we de komende 2 dagen alleen maar regen en onweer zouden hebben. En dat in Arizona! ’s Middags kwamen we aan op de Page Lake Powell Campground. Een camping waarbij we van alle gemakken waren voorzien. Plekken met hook-up, douches, een binnenzwembad met hot tub en een fitnessruimte. Aangezien het bij aankomst echt pokkenweer was, en wij op anderhalve mijl afstand van de camping een Walmart hadden gespot, leek het ons hilarisch om daar eens een kijkje te nemen. We waren van te voren van plan om ‘People of Walmart’ te gaan spotten. Je weet wel, de meest vreemde types die je er kunt vinden. Deze hebben we helaas niet gevonden. Wat we wèl vonden, was een enorme winkel met letterlijk alles wat je maar kunt bedenken. Van fietsen tot aquariums en van etenswaren tot kleding (geen grap, de sportkleding was nog best leuk!). Je zou theoretisch gezien in je camper op de parkeerplaats van Walmart kunnen wonen, omdat hij 24 uur per dag geopend is en je daar de toiletten kunt gebruiken. Ook is het toegestaan om op een Walmart parkeerplaats te overnachten. Het is dat wij graag douchen, maar dat terzijde..
We gingen zonder winkelwagentje naar binnen, maar bleken er al gauw een nodig te hebben (toch waren we te lui om er een te halen en liepen we allebei bepakt en bezakt naar de kassa).
Na Walmart was de lucht een beetje opgeklaard. We besloten toen toch maar een kijkje te gaan nemen bij de Horseshoe Bend, wat we eigenlijk wilden bewaren voor de volgende dag vanwege het weer. We zetten Bruce Lee op een kleine parkeerplaats om vanaf daar een pad van ongeveer 1 kilometer uit te lopen richting de rand van de canyon. Vanaf hier hadden we uitzicht op de Horseshoe Bend, een plaats waar de Colorado rivier de rotsen in de vorm van een hoefijzer uitgesleten heeft. Een schitterend gezicht, precies zoals op de foto’s van internet. Toen wij terugliepen naar onze Bruce, werden we aangesproken door een klein groepje jongens. Ze bleken Mormoons te zijn en deden al twee jaar vrijwilligerswerk bij een nabije Navajo gemeenschap. Het doel van hun missie was om de Navajo indianen over God te leren en ze te helpen met alledaagse klussen. Ze vertelden ons dat zij nog veel meer van hen leerden dan andersom. Zeer nobel werk. Toen we eenmaal in ons busje zaten en de parkeerplaats wilden verlaten, hielden de jongens ons aan omdat ze graag met ons op de foto wilden. Omdat wij de rotste niet zijn, hebben we dat gedaan. Ze mogen dan Mormoons zijn, ze moesten nog wel even zeggen dat we er goed uitzagen. We weten niet precies wat zij als Mormonen wel en niet mogen, maar we konden er wel om lachen. 5 Minuten later stonden we weer op onze camping en 10 minuten later zaten we met onze billen in de hot tub. Heeeeerlijk! Dat hadden we gemist (niet dat we er thuis wel een hebben haha). Nadat we nog even last minute mosterd hadden gescoord bij de campingwinkel, hebben we voor de verandering weer eens hotdogs gemaakt. Toen het eten een beetje gezakt was, kreeg Cait opeens de onbedwingbare behoefte om de fitnessruimte uit te proberen. Jis was hier te lui voor en besloot haar energie ergens anders in te steken, namelijk het opruimen van het busje. Cait was al ruim een uur aan het fitnessen, toen de man die haar in de ruimte vergezelde er eindelijk achter kwam dat zij ook Nederlands was. Cait had namelijk al Engels tegen hem gepraat en hij had maar besloten om zo min mogelijk te zeggen, aangezien zijn Engels dramatisch was. Toen Jis echter binnen kwam vallen en in een Nederlands een verhaal begon af te steken, zij de vriendelijke Brabander “Oh jullie zijn ook Nederlanders!!” Een conversatie van ongeveer een half uur begon, waarna hij verdween om te gaan zwemmen. Toen ook Cait er genoeg van had zijn we lekker gaan slapen.

De volgende morgen waren we, zoals altijd, om kwart voor 7 klaar wakker. Na een douche en een ontbijtje gingen we met Bruce op weg naar de Lower Antelope Canyon. We hadden bij Ken’s Tours een rondleiding geboekt van 1 uur en 15 minuten door de Antelope Canyon die ongeveer 100 voet onder de grond ligt. Je kunt echter wel bijna overal de lucht nog zien tussen de rotsen door. Het was een wandeling waarbij we eerst via steile ijzeren trappen in de canyon moesten afdalen. Eenmaal op de bodem begon een op sommige plekken heel nauw pad tussen de rotsen door. Onze gids, Josh, een Native American, vertelde dat hier regelmatig (ook de avond ervoor) flash floods voorkomen. Dat zijn overstromingen die het gevolg zijn van zware regenval. Deze overstromingen komen met zo’n kracht door de canyon heen dat alles wat zich daar bevindt weggespoeld wordt. Tegenwoordig kunnen ze heel goed voorspellen wanneer deze flash floods zich zullen voordoen en worden rondleidingen afgelast wanneer het risico te groot is. Echter, in 1997 was er tijdens een flash flood nog een groepje toeristen beneden die niet op tijd de canyon uit konden komen. Zij hebben het dan ook geen van alle overleefd. Tot op de dag van vandaag zijn nog steeds twee mensen niet gevonden (kun je nagaan wat de kracht van dat water is). Er staat bij de uitgang van de canyon een herdenkingssteen met de namen van de slachtoffers. Het zien van die namen maakte indruk op ons.

Na deze prachtige tour waar we veel foto’s hebben gemaakt, zijn we een stukje richting Lake Powell gereden om de Glen Canyon Dam te bekijken. Een miniatuurversie van de Hoover Dam. Heel spectaculair was dat echter niet en we vonden het dan ook niet waard om hier een rondleiding voor te boeken, aangezien we ook nog naar de Hoover Dam zelf gaan! We hebben een broodje gegeten en zijn toen maar weer naar onze geliefde Walmart gegaan haha. Na wat boodschapjes te hebben gehaald, zijn we op de camping weer in de hot tub gedoken. Hier raakten we in gesprek met een piepklein Amerikaans meisje, Carol-Ann en haar moeder. Het meisje vond dat wij er anders uitzagen en vroeg aan haar moeder “Are they from another land?” ’s Avonds hebben we heerlijk zelf een salade gemaakt met tomaat, avocado, croutons en Parmezaanse kaas met daarbij een bakje Campbell tomatensoep. Prima te doen. Cait ging nu maar niet sporten, omdat ze al de hele dag last had van spierpijn. Na het eten begon het flink koud te worden en te regenen/onweren. Ons plan om nog even zelf chocomel te maken viel dan ook in het water, letterlijk. Jis kon dit niet uitstaan en zei dat ze wel even naar McDonalds wilde rijden om een kop koffie te halen. Natuurlijk hadden we net als elke avond onze koffers al op de voorstoelen geparkeerd om achterin te kunnen slapen. Omdat het buiten regende, hebben we die via de binnenkant naar achteren gesleept. Net toen Jis wilde wegrijden, bedacht Cait zich dat we nog aan de hook-up vast zaten. Waardoor we alsnog genoodzaakt waren om door de regen te gaan, shit. Anyway, de korte weg naar de Mac was niet de makkelijkste. Jis is namelijk net zo nachtblind als Cait en Amerikanen hechten blijkbaar niet zo veel waarde aan straatverlichting. Na een kwartier rijden (McDonalds zat op 5 minuten afstand) kwamen we eindelijk bij de McDrive. De koffie was het gelukkig wel waard na drie zakjes suiker en roeren met de achterkant van een Amerikaans minivlaggetje. Een kwartier later waren we weer thuis en moest de hook-up weer worden aangesloten. Toen sloeg het noodlot (of karma) toe. Zodra Cait uit de auto stapte, viel haar geliefde iPhone 6 uit haar schoot op de steentjes van onze oprit. Het was een val van amper een meter en er zat een hoesje om haar iPhone. Dit mocht blijkbaar niet baten (het zal wel karma zijn geweest). Na twee uur lang dit verlies te hebben verwerkt, zijn we toch maar gaan slapen. Ook de volgende ochtend was Cait nog in diepe rouw. Het is een wond die langzaam zal moeten helen…

Om 9 uur hebben we uitgecheckt en zijn we nog een laatste keer langs onze geliefde Walmart gegaan. Dit keer om nog wat boodschappen in te slaan en twee bikini’s. We hadden er immers maar 3 bij ons.. :’)
We hebben er ongeveer 1,5 uur over gedaan om van Page naar Navajo National Monument te rijden. Toen we in de buurt leken te komen, raakten we volledig de weg kwijt, omdat het slecht aangegeven stond en de GPS het allang had opgegeven. Gelukkig kwamen we in een klein dorpje achteraf een Navajo politieman tegen, niet dat je aan hem kon zien dat hij agent was, maar een van de vrouwen vertelde ons dit. Roger stelde voor om voor ons uit te rijden, zodat wij de weg konden vinden. Hij moest toch die kant op. De weg die we moesten volgen bleek een ongeasfalteerde weg, waarbij we 20 minuten lang over grind, zand en niet te vergeten HOBBELS, moesten rijden. Wij hielden ons hart vast (Bruce trilde aan alle kanten en we zijn niet verzekerd op ongeasfalteerde wegen). Briljant idee dus, maar er was geen weg terug toen we eenmaal onderweg waren. Na deze ‘bumpy ride’ kwamen aan bij het Visitor Center en Roger vervolgde zijn reis. We waren onze bus nog niet uit of we werden aangesproken door een Amerikaanse man die onze Bruce aan het bewonderen was. Bill was de naam, een 57-jarige man uit Indiana die al 6 maanden alleen op reis was met zijn eigen busje. Natuurlijk bij lang en na niet zo cool als Bruce. Het was een gezellige kerel die maar wat graag vertelde over gratis camperen (o.a. bij Walmart) en milieubewust leven. We weten nog steeds niet hoe hij het gefixt heeft, maar hij heeft een 25-jarige vriendin. Eerlijk is eerlijk, hij oogde veel jonger dan 57 (misschien door zijn gezonde, probiotische, vegetarische levensstijl). Hij liep de Sandal Trail met ons mee die leidde naar een uitzichtpunt op de meer dan 1300 jaar oude ruïnes van een Navajo dorp. De indianen hebben huizen uitgehakt in de rode rotsen en deze zijn nog steeds intact. Helaas konden we niet dichterbij komen, omdat alle andere trails waren afgesloten voor deze dag. Geen idee waarom. Na de trail spraken we met Bill af elkaar op de hoogte te houden van onze reis en vervolgden we onze weg naar Canyon de Chelly. We gingen op weg naar de Spider Rock Campground midden in het park. In het park aangekomen zagen we langs de weg een dood paard liggen. Volledig uitgehold met alleen nog het skelet en de huid intact. Een onwerkelijk gezicht, buiten het indianen reservaat zul je zoiets namelijk nooit zien. Echter hier gelden de regels van de Navajo (geen idee waarom ze een dood paard laten liggen). Tegen de avond kwamen we aan op de Spider Rock Campground. Het was meteen duidelijk dat we hier in een ander gebied waren dan we tot nu toe gewend zijn geweest. Heel primitief. De WC’s werken met septic tanks en stinken een uur in de wind. Douches schijnen er te zijn, maar we zijn bang om er achter te komen hoe die eruit zien..

For now, goodnight!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Jis en Cait

Actief sinds 16 April 2015
Verslag gelezen: 251
Totaal aantal bezoekers 5426

Voorgaande reizen:

15 April 2015 - 28 December 2015

West-USA Roadtrip

Landen bezocht: